Heb je er ooit over nagedacht dat de levenscyclus van een wietplant heel veel lijkt op de levenscyclus van de mens? Kwekers behandelen hun wietplanten als hun kinderen, omdat ze dat ook zijn! Er zijn zes hoofdfases in de levenscyclus van de wietplant en in dit artikel kun je daar alles over te weten komen.
Een wietplant gaat in zijn leven door evenveel verschillende fasen als een mens. De wietplant is zelfs (naast de mens) een van de meest complexe organismes ter wereld. Het feit dat deze plant tweehuizig is (het heeft aparte mannelijke en vrouwelijke planten) maakt het uniek in de plantenwereld en vertoont hiermee een gelijkenis met de mensenwereld.
Dit wordt een ontdekkingsreis naar het levensverhaal van de meest geliefde plant ter wereld. De levenscyclus van de wietplant is een mysterieus legendarisch verhaal en interessant om tot in detail te verkennen. Dus hier volgt het verhaal van het leven van de wietplant; van zaadje tot oogst.
1. Het zaadje en de ontkieming
Net als bijna alle andere planten begint wiet als een piepklein uitgedroogd ding, opgesloten in een wasachtige noot. Een zaadje wacht simpelweg op de juiste omstandigheden om te kunnen beginnen met groeien. Het lijkt veel op die ene helft van jezelf die al tientallen jaren in je moeders eitje zat, te wachten op de juiste… informatie, zodat het in iets speciaals uit kon groeien.
Wanneer zaadjes blootgesteld worden aan wat vocht en warmte breken ze open en begint de kleine opgedroogde wietplant binnenin te ontkiemen. Dit is het allereerste begin van het leven van een wietplant. Over het algemeen wordt het zaadje geproduceerd door de bestuiving van een vrouwelijke plant door een mannelijke plant. Dit betekent dat elk zaadje de genen draagt van twee planten.
Wanneer er wat vocht in het zaadje gekomen is en het zaadje zich enigszins opent, komen er twee stelen tevoorschijn; dit wordt ontkieming genoemd. Een van deze stelen wordt de wortel en de andere wordt het gedeelte van de plant dat boven de aarde uitkomt. De omgeving beslist welke cellen er geproduceerd gaan worden (de wortelcellen of de toppencellen); van zichzelf zijn de stelen identiek.
Het is zelfs zo dat een wietzaadje iets bevat dat een beetje op sperma lijkt, en daarom heet dat ook het endosperm. Dit is in feite een mini-opslag van voedingsstoffen (of calorieën) om het zaadje op gang te brengen. Het endosperm maakt de groei in de aarde mogelijk tot de plant niet langer een “embryo” is.
2. Van zaadje naar zaailing
Wanneer de eerste twee blaadjes zich openen bevindt de plant zich nog in de embryonale fase en wordt het nog gezien als kiemplantje. Hier zien de uiteinden van de wietblaadjes er afgerond uit en daardoor weten kwekers dat het nog een kiemplantje is.
Het endosperm voorziet de plant nog van energie terwijl het de voedingsstoffen uit de bodem opzuigt, wortels ontwikkelt en licht absorbeert. Als kiemplantje kan het maximaal acht blaadjes krijgen en deze fase kan 3 weken duren, voordat de plant helemaal uit het zaadje breekt.
Tegen de tijd dat je babyplantje geen kiemplantje meer is, krijgen de bladeren hun karakteristieke wietbladvorm. De groeisnelheid van de bladeren is belangrijk in deze fase, want dat geeft je een idee over de gehele levensduur van de plant.
3. De vegetatieve fase – niet zo passief als het klinkt!
De vegetatieve fase is, anders dan de naam zegt, niet het moment waarop de plant kan uitrusten. Dit is juist een van de meest spannende momenten van de levenscyclus van de plant.
Net als in de peuterfase van de mens waarin de groei en het leerproces exponentieel toeneemt gebeurt dit ook in deze fase van de wietplant. Deze fase is helemaal gewijd aan groeien en langer en sterker worden, zodat de plant klaar is voor de bloeifase die later volgt. In deze fase krijg de plant ook zijn uiteindelijke vorm.
In deze fase produceert de plant zo veel meer blad dan in andere fases, omdat het veel meer CO2 uit de lucht kan absorberen. In deze fase maken kwekers zich altijd zorgen over de snelheid waarmee hun wietplant in één dag groeit. Het is vergelijkbaar met de uitspraak van de ouder: “Ze groeien zo snel op!”.
In de vegetatieve fase gaat het om consumptie en het verzamelen van alle ingrediënten die je plant nodig heeft om later om te kunnen zetten in bloemen. Daarom is blootstelling aan licht het belangrijkste. Als je binnen kweekt kun je het vegeteren zo lang laten duren als je wil en je plant zo hoog laten groeien als je wil. Als je buiten kweekt word je beperkt door de wetten van de natuur.
In deze fase heeft de aarde nitrogeenrijke voedingstoffen nodig, aangezien het hele systeem (inclusief de wortels) in een groeispurt zit. Hierdoor worden er meer vertakkingen en bladeren gevormd, waardoor er maximaal plaats is voor het creëren van toppen.
Hoe meer vertakkingen er zijn, des te meer toppen er kunnen groeien en hoe groter de oogst zal zijn.
In de vegetatieve fase kunnen kwekers hun planten “trainen” met behulp van bepaalde technieken, zoals Low Stress Training (LST) en Super Croppen. Dit is het enige moment waarop je bladeren kunt snoeien of bijknippen. Je plant is (biologische gezien) bijna volwassen! Dit is in principe de tijd om ervoor te zorgen dat alles perfect is, zodat de magie kan plaatsvinden.
4. Prebloeifase
Deze fase is wat lastig, omdat je heel goed moet kijken wat er gebeurt met je planten. In deze fase kan de kweker het geslacht van de plant bepalen. Aan het einde van de vegetatie zal een plant of stuifmeelzakjes of witte stampers produceren. Een witte stamper duidt op een vrouwelijke plant, een stuifmeelzakje geeft aan dat de plant mannelijk is.
Dit is belangrijk om te weten omdat, als je toppen wilt produceren, het niet handig is om mannelijke planten bij vrouwelijke planten te hebben staan. Mannelijke planten zorgen ervoor dat vrouwelijke planten niet gaan bloeien, maar zaadjes gaan produceren. Dit lijkt veel op de puberteit!
In ieder geval dienen mannelijke planten en hermafrodieten gescheiden te worden (maar je hoeft ze niet weg te gooien!) van de vrouwelijke planten om bestuiving te voorkomen en dit moet zo snel mogelijk gebeuren.
Het kan tussen de 1 en 5 maanden duren om de prebloeifase te bereiken, afhankelijk van de soort, het zaadje zelf en de omgeving. Sommige kwekers forceren hun planten om te gaan bloeien waardoor de prebloeifase niet plaatsvindt.
5. Tijd: 420 …Bloeitijd!
Nu is het tijd om achterover te leunen en te genieten van de vruchten die jouw werk als kweker heeft afgeworpen. Je kleine meisjes zijn bijna volwassen dames geworden. Op dit punt verandert het lichtschema van een binnenplantage en zullen de planten meer tijd in het donker doorbrengen. Totdat ze minder licht krijgen zullen de planten geen colas gaan vormen.
Let op, want als je autoflower zaadjes gebruikt, hoef je het lichtschema niet te veranderen. Dit stimuleert de groei van de bloemen en dit is het moment waarop een wietplant alle prachtige delen gaat vormen die we zo graag gebruiken.
Bij normale zaadjes zal het verminderde licht een groei stimuleren die je niet eerder gezien hebt, van gigantische toppen en bloemen. De trichomen zullen tevoorschijn komen op de toppen en de heerlijke geur van THC zal je kweekruimte vullen. De meest belangrijke voedingsstoffen op dit punt in het leven van de wietplant zijn kalium en fosfor, aangezien zij helpen bij het bloeien.
Wanneer je de bloeifase nooit bereikt, zal de plant doorgroeien in de vorm van stengels en bladeren en zal het nooit de delen produceren met het hoge THC-gehalte. Dat is de reden dat binnenkwekers het bloeien forceren wanneer de planten een bepaalde hoogte of breedte hebben bereikt door het aanpassen van het lichtschema.
Dit is de beste tijd om de ontwikkeling van je plant te observeren, aangezien je hier de toppen en colas gevormd ziet worden. De truc is nu om geduld te hebben en op het juiste moment te oogsten.
6. Oogsten
De bloeifase heeft een verschillende duur voor elke soort en voor elk zaadje, dat betekent dat de beste tijd om te oogsten ook verschillend is. Normaal gesproken is 7-8 weken genoeg voor het bloeien. Daarom moet je goed opletten tegen het einde van de bloeiperiode voor het perfecte moment om de toppen te oogsten.
Dit is het moment waarop het harde werk voor de plant voorbij is en het tijd is voor de kweker om aan de slag te gaan. Als het tijd is om te oogsten veranderen de kleine haartjes op de toppen van kleur. Tijdens de bloeiperiode waren ze wit en melkachtig en nu veranderen ze in een oranje of amberkleur. Als je ze te lang laat staan worden ze donkerbruin en dat is niet goed!
Zelfs de topjes van de trichomen veranderen van kleur als het tijd is om te oogsten; ze worden ondoorzichtig terwijl ze eerst doorzichtig waren. In de allerlaatste fase van de bloeiperiode worden deze trichomen ook amberkleurig. Maar om ze te zien heb je een vergrootglas nodig.
Wat gebeurt er na het oogsten?
Nou, dat is in principe het einde van het leven van de wietplant, maar het plantmateriaal zelf wordt meestal verder bewerkt. Kwekers gaan door een proces van knippen, drogen en curen voor de toppen worden gerookt of gebruikt. De stengels en bladeren kunnen gebruikt worden voor het maken van wietthee of topicals en soms worden de toppen ook gebruikt voor extracten.
Sommige kwekers beëindigen de levenscyclus ook daar nog niet. Ze gaan door met klonen, zodat ze de levenscyclus van hun vrouwelijke planten nooit hoeven te beëindigen. Dit betekent dat een vrouwelijk zaadje niet hoeft te ontkiemen, omdat ze klonen gebruiken om gefeminiseerde zaadjes te produceren. Ja, de mogelijkheden zijn eindeloos als het gaat om wiet!
Kijken hoe een wietplant groeit is voor veel kwekers hetzelfde als een kunstenaar aan het werk zien tijdens het creëren van een kunstwerk. Je weet nooit wat eruit komt, totdat je al het harde werk gedaan hebt en dit kan ongeduldige mensen ontmoedigen, maar anderen juist motiveren. Er is een reden dat kwekers hun planten “hun kindjes” noemen. Het is eigenlijk ook zo. Hoe meer tijd en liefde je je planten geeft als kweker, des te meer voldoening het hele proces geeft.