Hoe meer ervaren je wordt in het kweken van wiet, hoe verder je de grenzen op gaat rekken van wat mogelijk is. Je bent er bijvoorbeeld al aan toe om je eigen vrouwelijke zaadjes te produceren. Het is een kunst die tijd en finesse vereist, maar het is zeker niet onmogelijk. Lees nu verder als je er klaar voor bent om te leren hoe je je eigen gefeminiseerde wietzaadjes maakt!
Als je geïnteresseerd bent in wietgenetica en het kweken van je eigen soort, is het essentieel om te weten hoe je je eigen gefeminiseerde wietzaadjes maakt. Sommige kwekers komen op een punt waarop het kweken van goede toppen niet meer genoeg is. De volgende logische stap in het lot van de wietkweek is beginnen met het maken van je eigen soorten!
Deze methode kun je ook gebruiken als je een genotype of fenotype gevonden hebt waar je dol op bent. Je kunt nog een ronde gefeminiseerde zaadjes kweken zodat je een wietplantage hebt die vol staat met je favoriete soort. Welke reden je ook hebt om je eigen gefeminiseerde wietzaadjes te maken; het is een heel leuk proces. En je leert onderweg natuurlijk ook iets over de anatomie van wiet!
Wat zijn gefeminiseerde wietzaadjes?
Wanneer je een reguliere zaadjes koopt is de kans 50/50 dat de zaadjes vrouwelijk zijn. Dit is belangrijk omdat de vrouwelijke wietplant de plant is die bloeit en de geurige toppen produceert die we zo graag roken. Maar mannelijke planten produceren alleen maar pollen. Als deze pollen in contact komen met de bloemen aan de vrouwelijke plant, worden er meer zaadjes gemaakt. Dat is de reden dat mannelijke planten over het algemeen erg vroeg geïdentificeerd worden en weggehaald worden van de vrouwelijke planten.
Voor kwekers die niet echt willen gaan kruisen en dus geen mannelijke planten nodig hebben, zijn gefeminiseerde zaadjes de beste keus. Bij gefeminiseerde zaadjes bloeit 99,9% uit tot een vrouwelijke plant, dus het is een bijna gegarandeerd succes.
Maar waarom zou je je eigen soort willen maken? Nou, misschien is er een soort die je heel lekker vindt en heb je hier twee vrouwelijke planten van, maar geen mannelijke plant. Of misschien omdat je de bloedlijn van die soort zo zuiver mogelijk wil houden!
Uiteindelijk kan zelfs in één zakje zaadjes best veel variatie zitten in het fenotype. Deze techniek helpt je dus om je favoriete soorten te kruisen totdat je een bijna pure voorraad gefeminiseerde zaadjes van jouw favoriete soort hebt!
Hoe maak je je eigen gefeminiseerde zaadjes
Er zijn twee methoden voor het maken van je eigen gefeminiseerde zaadjes, namelijk: stressen en met colloïdaal zilver. De stress methode is iets makkelijker, ook al heb je niet altijd gegarandeerd resultaat. Het lastigste aan het gebruiken van colloïdaal zilver is het maken van het colloïdaal zilver zelf, dus als je het kunt kopen maakt dat het proces een stuk minder tijdrovend.
Ze werken allebei volgens hetzelfde principe: als een vrouwelijke plant onder bepaalde stress of druk is, zal deze stuifmeel gaan produceren. Met dit stuifmeel kun je een andere vrouwelijke plant bevruchten. Omdat alle delen van vrouwtjes komen is het logische gevolg dat alle zaadjes vrouwelijk zijn.
1. Het maken van gefeminiseerd zaad door middel van stressen
In dit proces zorgen we er in principe voor dat de vrouwelijke wietplant in de bloeifase blijft tot ver voorbij de oogsttijd. Hiermee leggen we druk op de vrouwelijke plant en wanneer ze merkt dat het allemaal niet helemaal goed gaat, kan het zo zijn dat ze pollen gaat maken.
Het nadeel van dit proces is dat niet alle soorten op dezelfde manier gemaakt zijn en dat sommige planten misschien helemaal niet reageren op extra lange bloeifases. Het zou zelfs zo kunnen zijn dat je een perfecte plant verpest.
Als het je lukt om een van je vrouwelijke planten pollen te laten maken, haal deze dan meteen uit je plantage, zodat het de andere planten niet verstoort.
Het oogsten van het stuifmeel doe je door het van de plant af te schrapen met een stukje papier en in een envelop te schuiven. Daarna kun je het met een kwastje op een van je vrouwelijke planten smeren (dit hoeft niet direct). Je kunt het stuifmeel in de vriezer bewaren.
Als je uit ervaring weet dat een bepaald genotype altijd op eenzelfde manier reageert op specifieke omstandigheden, dan weet je zeker dat je elke keer succes zal hebben. Maar als je voor het eerst experimenteert, loop je het risico dat je heel veel toppen kwijtraakt en er nooit stuifmeel voor terugkrijgt.
Dat is de reden om deze optie goed te overwegen. Een van de grootste voordelen om stressen te kiezen in plaats van colloïdaal zilver is dat het een natuurlijke methode is en dat je er geen chemisch spul voor nodig hebt.
2. Het maken van gefeminiseerd zaad door middel van colloïdaal zilver
Als je colloïdaal zilver gekocht hebt (al is het erg duur) bij een apotheek of groothandel (als je commercieel kweekt) dan kan het proces van het maken van gefeminiseerd zaad erg makkelijk zijn. Je moet colloïdaal zilver gebruiken met een zeer hoge concentratie.
Zodra je de colloïdaal zilver oplossing hebt, kies je een van je vrouwelijke planten en spuit je deze elke dag in nadat ze is gaan bloeien. Om de een of andere reden zijn we nog niet echt bekend met het spuiten van colloïdaal zilver op wiet om een vrouwelijke plant te forceren pollen te gaan produceren.
Binnen twee weken zou de plant die je gekozen hebt pollen moeten gaan produceren. Het kan variëren afhankelijk van de soort en de omgeving. Zodra de plant pollen gaat produceren moet je hem weghalen bij je andere vrouwelijke planten om kruisbestuiving te voorkomen.
Je kunt het stuifmeel op dezelfde manier verzamelen en bewaren als bij het stressen. Of je het nu later wil gebruiken, of dat je het meteen op een andere vrouwelijke plant wil aanbrengen; doe het met een kwastje.
Het nadeel van het gebruik van colloïdaal zilver is dat je het maar in hele kleine hoeveelheden binnen mag krijgen. In grotere hoeveelheden kan het schadelijk zijn voor je gezondheid en zelfs giftig. Daarom kun je geen enkel deel van je plant gebruiken dat in contact is geweest met je colloïdaal zilver oplossing. Dat betekent dat deze toppen allemaal niet meer te redden zijn. Je kunt er geen eetbare wiet, tincturen of topicals mee maken. Het is niet veilig meer om te gebruiken.
Sommige kwekers kiezen ervoor om alleen bepaalde plekken (heel voorzichtig) in te spuiten, zodat ze later niet de hele plant weg hoeven te gooien. Als je hiervoor kiest moet je heel erg voorzichtig zijn waar je de oplossing op spuit en dat je geen contact maakt met andere delen van de plant.
Het bestuiven van een andere vrouwelijke plant
Zodra je het stuifmeel van een vrouwelijke plant hebt, ben je klaar om een andere vrouwelijke plant in je tuin te bestuiven om zo een voorraad vrouwelijke zaadjes te maken. Dit is een delicaat proces, dus wees voorzichtig als het tijd is om te bestuiven.
De bestuiffase zou 2-3 weken na het begin van de bloeiperiode moeten beginnen. Strijk het stuifmeel dat je verzameld hebt met een klein verfkwastje op de toppen en takken die je wilt bestuiven. Zoals we al eerder gezegd hebben kun je wat toppen overslaan om later nog te kunnen gebruiken, of je kunt de hele plant bestuiven.
Nu kan het tot 6 weken duren voordat de zaadjes volledig ontwikkeld zijn. Het kan een uitdaging zijn om de planten zo lang levend te houden in de bloeiperiode, maar het is belangrijk voor de ontwikkeling van levensvatbare zaadjes.
Dus nu heb je gefeminiseerde wietzaadjes! Dat betekent dat je al heel snel heel veel vrouwelijke planten kunt kweken. Maar misschien wil je ze niet meteen planten. Als je je zaadjes wilt bewaren, zorg er dan voor dat je dit op de juiste manier doet, zodat je je perfecte, zelfgemaakte gefeminiseerde zaadjes niet verspilt.
Het is belangrijk om te weten dat er in dit proces veel planten verpest kunnen worden; door kruisbestuiving of omdat het niet lukt om stuifmeel te produceren.
Het kweken van zaadjes in het algemeen kan gezien worden als een vorm van kunst en het kweken van gefeminiseerd zaad doet hier niet voor onder. Wees niet teleurgesteld als je eerste poging mislukt. Je leert er altijd van hoe je het de volgende keer beter kunt doen!