De hoeveelheid wiet die je kunt oogsten wordt enorm beïnvloed door de genetica van je plant of de wietsoort die je kiest. Elke soort heeft een verschillende opbrengst, maar met deze handleiding kun je de oogst vergroten van elke soort die je teelt. Aan de slag!
Voor een teler is de belangrijkste vraag hoe hij grotere planten met een betere oogst kan krijgen en er zijn veel dingen die je kunt doen om je planten te stimuleren beter te groeien. Als je net begint met het telen van wiet, richt je dan op het krijgen van een gezonde plant die lekker in zijn vel zit. Je kunt je later bezighouden met het maximaliseren van de oogst. Maar voor de ervaren teler die meer toppen wil oogsten, bespreken we in dit artikel een paar verschillende manieren waarop je jezelf van een grotere oogst verzekert. De in dit artikel beschreven methoden zijn manieren om invloed uit te oefenen op je omgeving en de manier waarop je planten groeien, zodat je oogst groter wordt.
1. Vergroot de lichtintensiteit
Als je je cannabis buiten teelt, kun je de lichtintensiteit natuurlijk alleen vergroten door goed na te denken over je teeltlocatie. Alle planten hebben een goede lichtbron nodig om te groeien, want licht is voeding voor je cannabisplanten. Deze methode is dus vooral van toepassing op mensen die binnen cannabis telen. Voor een cannabisplant is de tijd in het donker net zo belangrijk voor een geslaagde oogst als de tijd in het licht, maar als de lichtintensiteit op het juiste moment wordt vergroot, kan dat helpen bij een hogere oogstopbrengst. Tijdens de tijd in het licht vindt fotosynthese plaats, een proces waarbij de plant suikers aanmaakt die helpen bij de groei van de toppen. Tijdens de tijd in het donker produceert de cannabisplant een hormoon dat florigen wordt genoemd. Dit hormoon zorgt dat de plant kan bloeien.
Ten eerste is het belangrijk om te beseffen dat hogere, dunnere planten minder opbrengen dan korte, meer struikachtige planten. Dit is een van de manieren waarop je kunt bepalen of je plant een probleem met lichtintensiteit heeft. Als de lichtintensiteit tijdens de groeifase groot genoeg is, ontwikkelt de plant dichter op elkaar staande takken met toppen, zodat de plant struikachtiger wordt. Om jezelf te verzekeren van een grotere oogst, moet je de lichtintensiteit tijdens de bloeifase vergroten. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat de temperatuur in de ruimte hetzelfde blijft wanneer je de lichtintensiteit vergroot, want tijdens de bloeifase is het ook belangrijk dat de plant koel blijft.
De makkelijkste manier om de intensiteit van het licht te vergroten zonder dat de temperatuur in de ruimte toeneemt, is om het licht dichter bij de plant te zetten. Pas op dat je het licht niet te dichtbij zet, zodat het uiteinde van de bladeren niet verbrandt. Zorg dat elke top helemaal door sterk licht wordt beschenen, dat rond de hele plant even sterk is. Een cannabisplant meer licht geven is de beste manier om toppen te stimuleren beter en groter te groeien. Als de lichtintensiteit in je kweekruimte al maximaal is, kun je ook proberen om CO2 toe te voegen. CO2 helpt de cannabisplant om licht op te nemen, dus als je het op het juiste moment toevoegt, kan het ook je oogstopbrengst vergroten. Als de CO2 echter wordt toegevoegd voordat de lichtintensiteit op het punt is gekomen waarop hij bijna te hoog is, dan maakt het geen verschil voor de teelt.
2. Gebruik de juiste hoeveelheid voedingsstoffen
Het geheim bij het gebruik van voedingsstoffen om de groei van de plant te helpen, is ervoor zorgen dat je niet te veel of te weinig gebruikt. Het is een wijdverbreid misverstand dat voedingsstoffen voedsel voor je cannabisplant zijn, terwijl in feite licht voedsel voor je cannabisplant is. De gegeven voedingsstoffen helpen simpelweg bij de fotosynthese, waarbij de plant als het ware wordt aangemoedigd om het ontvangen voedsel te verteren.
Een voedingsstoffentekort is schadelijk voor de gezondheid van je plant en de plant laat als eerste via de bladeren weten dat hij een bepaalde voedingsstof mist. Als de bladeren beginnen te verwelken of een andere kleur krijgen dan de rest van de bladeren, dan is dit een aanwijzing dat je cannabisplant een tekort heeft aan een bepaalde voedingsstof. Het is eigenlijk veiliger om te weinig voedingsstoffen aan je planten te geven, want dat probleem is makkelijk op te lossen. Het grootste probleem voor telers is niet inzien dat het niet altijd de beste keuze is om meer voedingsstoffen aan een plant te geven.
Veel telers hebben uiteindelijk het probleem dat ze hun planten te veel voedingsstoffen geven, waardoor ze met het fenomeen verbranding door overbemesting te maken krijgen. Voor een teler is het verleidelijk om veel voedingsstoffen door elkaar te mengen zonder te weten welke voedingsstoffen hij zijn plant geeft en waarom, terwijl een overdaad aan voedingsstoffen tot een ongezonde plant kan leiden. Gebruik dus slechts de helft van wat wordt aangeraden voor je plant wanneer je een voedingsstoffenprogramma koopt. Houd in de gaten hoe de plant reageert en als hij meer voedingsstoffen nodig heeft, kun je deze bijgeven.
In de laatste fase van de groei van de plant, ongeveer twee tot vier weken voor de oogst, is het zelfs beter om je planten minder voedingsstoffen te geven. Je plant begint zijn energie te richten op de productie van gezonde, grote toppen, dus het is minder belangrijk als enkele bladeren bovenaan de plant verwelken en afvallen. Te veel voedingsstoffen in deze groeifase belemmeren zelfs de toppenproductie van de plant, zodat je een kleinere oogst krijgt.
3. Vergroot de opbrengst door snoeien
Het snoeien van je cannabisplanten is een heel eenvoudige manier om je opbrengst te vergroten voordat je oogst. Je kunt over snoeien gaan nadenken wanneer de verschillende delen van je plant een verschillende hoeveelheid licht krijgen. Als de bovenkant van je plant bijvoorbeeld sneller groeit dan de onderkant, omdat de bovenkant meestal meer licht krijgt, dan kun je overwegen om te snoeien zodat het licht gelijkmatiger rond de plant wordt verdeeld.
Een populaire snoeitechniek voor de cannabisplant is ‘aftoppen’, wat tijdens de vegetatieve groei gedaan kan worden. Hierbij wordt het uiteinde van de tak van een grote cola afgeknipt, zodat hier geen energie meer heengaat. De volgende twee zijtakken worden de hoofdtakken, waar de energie heengaat. Als dit proces regelmatig herhaald wordt, krijg je bijna twee keer zo veel takken, waardoor er meer plekken zijn waar toppen kunnen groeien.
Er bestaan ook snoeimethoden waarbij de manier waarop de plant groeit volledig gemanipuleerd wordt. Er is bijvoorbeeld een snoeimethode die low-stress training (LST) genoemd wordt. Hierbij wordt je plant overgehaald om lager en breder te groeien, in plaats van hoger en slanker. Hierdoor wordt het licht beter rond de gehele plant verdeeld, wat een betere oogst oplevert. Snoeien en lichtverdeling gaan samen. De onderste helft van je plant krijgt misschien niet zulk sterk licht als de bovenste helft. Je kunt overwegen om de bladeren aan de onderkant van je plant te snoeien, zodat de energie gericht kan worden op de bovenkant, waar het meeste licht op valt.
4. Houd de temperatuur en vochtigheidsgraad onder controle
Voor een betere oogst is het enorm belangrijk om de teeltomgeving goed onder controle te houden. Je kunt de teeltomstandigheden optimaliseren door de temperatuur en vochtigheidsgraad in je kweekruimte goed in de hand te houden. Een plant die aan een te lage temperatuur is blootgesteld, groeit over het algemeen langzamer dan een plant die in de juiste temperatuur is verzorgd. De plant overleeft het wel, maar geeft geen hoge opbrengst. Een te hoge temperatuur vertraagt de groei van een plant ook. Wanneer je plant bruinige bladeren heeft die beginnen te verwelken, is dat een teken dat de temperatuur te hoog is.
Tijdens de bloeifase is het het belangrijkst dat je de temperatuur goed constant en onder controle houdt. Als het te warm is (alles boven 26 graden Celsius), groeien de toppen minder snel, wat een negatief effect op je oogstopbrengst heeft. Ook de kracht en geur van de toppen worden minder.
De luchtvochtigheid beïnvloedt de oogstopbrengst van je plant ook. Als de luchtvochtigheid te hoog is, kan je te maken krijgen met problemen zoals schimmel en witte meeldauw. Het is dus belangrijk om de luchtvochtigheid onder controle te houden. Ook hierbij is de belangrijkste tijd de bloeifase, wanneer je de luchtvochtigheid laag moet houden zodat de trichomen tevoorschijn komen en de potentie behouden blijft.
5. Oogst op het juiste moment
Hier zouden alle telers hard aan moeten werken, want het beïnvloedt niet alleen de oogstopbrengst maar ook de kwaliteit van de toppen. De bloeitijd is voor elke soort verschillend, dus zorg ervoor dat je goed weet wanneer je de bloeitijd van je plant kunt verwachten. Als je je toppen te vroeg oogst, heb je kans dat je tot 25% aan groei verliest, omdat de toppen het meeste groeien in de laatste twee tot drie weken voor de oogsttijd. Als je te laat oogst, dreig je wat van de kracht van je toppen te verliezen, omdat de trichomen beginnen af te vallen.
Het kiezen van de beste tijd om te oogsten is een van de belangrijkste onderdelen van de cannabisteelt. Er is een optimale periode waarin je de meeste en sterkste toppen krijgt. Als je te vroeg of te laat oogst, kan dat de kwaliteit en de oogstopbrengst enorm beïnvloeden.