Onderzoeken of wiet gebruikt kan worden voor behandeling van PTSS is spelen met wat we wel weten en wat we niet weten. Hoewel veel veteranen de voordelen ervaren van het gebruiken van wiet, zeggen onderzoekers dat wiet op lange termijn niet werkt voor PTSS. Lees dit artikel om meer te weten te komen over dit interessante onderwerp.
De opkomst van wiet als legaal medicijn in veel delen van de wereld heeft ertoe geleid dat veel patiënten wiet voorgeschreven hebben gekregen.
Net als mensen die aan angsten en depressie lijden, zijn patiënten met PTSS (Posttraumatische Stressstoornis) een van de grootste groepen die wiet gebruiken voor verlichting. Er worden veel etiketten opgeplakt, zoals “zelfmedicatie”, “coping mechanisme” en “wietmisbruikstoornis”.
Het verband tussen wiet en PTSS is op zijn minst interessant. Hoewel sommige onderzoekers aangeven dat wiet niet werkt voor het behandelen van PTSS, zegt bewijs uit ervaring iets anders.
Onderzoek naar het onderwerp heeft ontzettend veel vragen opgeworpen die we kunnen stellen met betrekking tot deze kwestie. Is het een coping mechanisme of echt een behandelvorm? En als het alleen maar een coping mechanisme is voor iets waar we nog geen behandeling voor hebben, wat is daar dan eigenlijk mis mee? En het verkennen van dit gebied geeft meer inzicht in andere zaken die met wiet te maken hebben.
Wat is PTSS?
Posttraumatische Stressstoornis is een psychische aandoening die meestal voorkomt bij mensen die een levensbedreigende gebeurtenis hebben meegemaakt. Dit kan van alles zijn, van seksueel misbruik tot een auto-ongeluk.
Het is niet de gebeurtenis zelf die leidt tot de PTSS diagnose, maar de symptomen die na de gebeurtenis optreden. Het is niet zo dat iedereen per definitie PTSS krijgt na een bepaalde traumatische gebeurtenis en de ernst van de gebeurtenis correleert niet direct met de ernst van de PTSS. De symptomen kunnen zelfs tientallen jaren na de gebeurtenissen nog blijven bestaan.
Sommige mensen ervaren het trauma direct na de levensbedreigende gebeurtenis, maar het kan ook na een paar weken of maanden optreden. Wanneer het gaat om PTSS bestaat het trauma jaren na de gebeurtenis nog steeds.
De symptomen van PTSS zijn te verdelen in vier verschillende categorieën:
- Herbeleving symptomen
Soms gebeurt deze herbeleving in de vorm van flashbacks, waarin de patiënt de gebeurtenis opnieuw beleeft. Het komt ook voor dat mensen erover dromen en anderen herbeleven het eenvoudigweg met een extreem levendige herinnering. - Hyperprikkeling
Bij hyperprikkeling is er een gevoel van constante alertheid of gevaar. PTSS-patiënten hebben vaak moeite zich te concentreren of tonen zelfs symptomen van slapeloosheid. Het kan zich ook uiten in woede, snel geïrriteerd zijn of schrikachtig zijn. - Vermijding
PTSS-patiënten proberen vaak gebeurtenissen te vermijden die herinneringen aan de traumatische gebeurtenis op kunnen roepen. Voor sommige mensen geldt dit al voor het praten erover. Soms gebeurt het in het onderbewuste. - Negatieve overtuigingen en gevoelens
Na een traumatische gebeurtenis kan iemand met PTSS gevoelens van schaamte, schuld en zelfs sociale paranoia ervaren. Het kan lastig zijn om mensen te vertrouwen of er is geen interesse meer in dingen die iemand eerder plezier gaven.
Het is lastig om één specifieke eigenschap van PTSS te noemen, aangezien elke patiënten de symptomen op een andere manier ervaart. Waar de ene patiënt alleen nog maar aan de gebeurtenis kan denken en daardoor zijn dagelijkse activiteiten niet meer kan doen, kan een ander totaal getraumatiseerd zijn door nachtmerries of dromen.
Hoe dan ook, een traumatische gebeurtenis in combinatie met langdurig aanhouden van een aantal van deze symptomen geeft aan dat er sprake is van PTSS.
Een stijging in wietgebruik en diagnoses
De statistieken over wietgebruik in de afgelopen decennia laat zien dat we in een van de meest wiet gebruikende wereldpopulaties ooit leven. Maar het is belangrijk om te bedenken dat het de afgelopen jaren legaal is geworden in veel delen van de wereld.
Deze statistieken gaan niet eens over mensen die gebruiken, maar over mensen die toegeven dat ze het gebruiken. We kunnen niet echt aannemen dat (bijna) dagelijks wietgebruik in de afgelopen tien jaar gestegen is met 60% in de VS (dat wordt vermeld in de “National Survey on Drug Use and Health”). Het zou goed kunnen zijn dat mensen niet aan een overheidsinstantie wilden laten weten dat ze wiet gebruikten omdat ze het gebruikten toen het nog illegaal was.
Met deze gegevens zegt het Nationaal Centrum van PTSS zelfs dat de wietlegalisatie heeft geknoeid met de statistieken van diagnoses van angst, depressie en PTSS. Als je alleen maar tegen je dokter hoeft te zeggen dat je je de laatste tijd wat verdrietig voelt zodat je medicinale wiet voorgeschreven krijgt, waarom zou je het dan niet doen?
Ik had nooit gedacht dat sommige van deze gevallen echt bijdragen aan de statistieken van bepaalde psychische aandoeningen, maar blijkbaar is dit wel zo. Om dit statistieke probleem te voorkomen, blijf ik bij de oorlogsverhalen. Het is duidelijk dat oorlogsveteranen kunnen lijden aan PTSS en hun verhalen over wiet kunnen veel zeggen.
PTSS en het endocannabinoïde systeem
In tegenstelling tot andere psychische aandoeningen is de link tussen PTSS en wiet uitgebreid bestudeerd. En dan voornamelijk het verband tussen PTSS en het endocannabinoïde systeem; zo doet wiet zijn werk vooral.
Martin Lee, directeur van Project CBD en gelieerde van de Multidisciplinary Association for Psychedelic Studies (Multidisciplinaire Associatie van Psychedelisch Onderzoek, MAPS) heeft specifieke interesse in PTSS en heeft er veel onderzoek naar gedaan.
Martin Lee schreef dat “mensen met PTSS lagere serum niveaus van anandamide, een endogeen cannabinoïde bestanddeel, hadden in vergelijking met mensen die geen tekenen van PTSS vertoonden na 9/11. Ook gaf hij aan dat cannabinoïde receptor CB-1, zorgt voor veel psychologische functies als angstrespons, omgaan met stress en emotioneel leren.
Dit klinkt als het hersendeel dat met de symptomen van PTSS te maken heeft. Het gebrek aan anandamide zorgt ervoor dat de CB-1 receptor niet zoveel gestimuleerd wordt als het zou willen en dit leidt natuurlijk tot een verminderde angstrespons, verminderd emotioneel leren, etc.
Lee zegt dat de basis van PTSS zit in een disfunctionerend endocannabinoïde systeem. Uit zijn onderzoek blijkt ook dat wanneer de CB-1 receptor normaal functioneert, traumatische herinneringen en de stress die eraan verbonden is gedeactiveerd worden.
Wat we kunnen zien door het onderzoek van Lee is een fundamenteel verband tussen PTSS en het interne systeem waardoor wiet functioneert en dit zegt veel over de reden dat veteranen medicinale wiet zouden willen gebruiken.
Hoewel Lee vrij overtuigd is van zijn bevindingen zijn er andere wetenschappers die zeggen dat er niet genoeg klinische proeven gedaan zijn om deze hypothese te bevestigen.
Dr Sachin Patel, een psychiatrisch onderzoeker aan het Vanderbilt Universiteit Medisch Centrum zegt dat er bijna geen gegevens zijn, zelf niet in de onderzoeken die gedaan zijn, die aantonen dat wiet een effectief medicijn is voor PTSS.
Is het een coping mechanisme dat wietverslaving veroorzaakt?
Ieder mens heeft bepaalde coping mechanismes voor allerlei soorten stress. Sommige mensen drinken te veel koffie om hun vermoeidheid niet te hoeven voelen, terwijl anderen de ene na de andere sigaret opsteken om met stress om te gaan. Ook zijn er mensen die een glas wijn nodig hebben aan het eind van de dag om goed te kunnen slapen.
De problemen ontstaan wanneer je afhankelijk wordt van je coping mechanisme in plaats van het onderliggende probleem aan te pakken. Maar is het al een probleem om in eerste instantie een coping mechanisme te hebben?
Het lijkt mij een vorm van propaganda om te suggereren dat PTSS-patiënten een verslaving kunnen ontwikkelen door hoe goed wiet hen ermee helpt om te gaan. Er is niet eens voldoende onderzoek gedaan na wat er gebeurt als PTSS-patiënten stoppen met wiet.
Marcel Bonn-Miller, onderzoeker bij het Nationaal Centrum van PTSS, probeerde deze kwestie aan te pakken door een onderzoek uit te voeren onder veteranen die wiet als zelfmedicatie gebruikten en vervolgens stopten. De conclusie impliceert dat mensen die wiet misbruiken tijdens de PTSS-behandeling minder grote behandeleffecten hebben nadat ze hun wietgebruik stoppen.
De essentiële vraag is of wiet in staat is om PTSS voorgoed te genezen. Er staan zoveel verhalen op internet waarin staat dat wiet de algehele kwaliteit van leven verbetert voor mensen die leiden aan PTSS. Maar uit bewijs blijkt dat als ze ervoor kiezen te stoppen, de symptomen terugkomen.
Ik denk niet dat er iets mis is met de lichte gebondenheid die plaats kan vinden. We hoeven niet te denken dat het het geneesmiddel is voor PTSS, maar we kunnen ten minste erkennen dat het helpt.
De symptomen die PTSS-patiënten ervaren kunnen slopend zijn en voor veel mensen is het goddelijk om dankzij wiet het leven weer te kunnen hervatten. Daarmee is het nog geen geneesmiddel voor PTSS, maar tot nu toe is het een van de weinige effectieve behandelingen die we tegen zijn gekomen.
Het gebruik van wiet om PTSS te behandelen kan vergeleken worden met het gebruik van antidepressiva voor de behandeling van depressie. Het is niet altijd het antwoord op depressie, maar ze kunnen helpen om de depressieve gedachten tijdelijk terug te drinken. Een dergelijke verlichting van deze gedachten kan misschien ruimte bieden voor dieper onderzoek.
Er is nog geen geneesmiddel voor PTSS en dat komt waarschijnlijk door het feit dat er nog geen uitgebreide kennis is over veel mentale gezondheidsproblemen. Maar het lijkt erop dat PTSS-patiënten hun voordeel kunnen doen met wietgebruik, zelfs al is het alleen maar op korte termijn.